zaterdag 3 maart 2012

Op vakantie naar Enschede!

Een universiteit, een conservatorium, een fantastische voetbalclub, diverse musea, een ijsbaan… Wat heeft Enschede eigenlijk niet? Een rondje! Gewoon zo’n lekker ommetje te voet of op de fiets. Nou, dát hebben de tukkers inmiddels ook in orde gemaakt. Veertig kilometer rond de stad, vanaf half maart volledig via knooppunten te fietsen of te wandelen.
Roombeek is de woonwijk die is verrezen op de plaats waar de vuurwerkramp plaatsvond. Wat Zeeuwen hebben met water, lijken de Enschedeërs te hebben met vuur. Liefst vijf keer (1125, 1517, 1750, 1862 en 2000) ging de stad of een flink deel ervan in de brand. Velen kunnen zich die catastrofale Hemelvaartsdag in mei 2000 nog goed herinneren toen 23 mensen omkwamen.

Unieke architectuurmix

De voormalige arbeiderswijk is een uniek staaltje bouwkunde geworden. De nieuwe bewoners konden een kavel kopen waarna ze zelf hun droomhuis mochten ontwerpen. Gevolg is een unieke architectuurmix, want naast alle nieuwbouw zijn ook meerdere voormalige fabriekspanden behouden en in gebruik genomen voor nieuwe doelen. Zo zijn in Het Rozendaal, een voormalige katoenverwerkingsfabriek, het museum TwentseWelle, een expositieruimte, een museumcafé en een aantal ateliers gevestigd. In de oude Grolsch-brouwerij komen appartementen, winkels en bijzondere horeca.

Delfts blauw

Héél spectaculair is de metamorfose van het Balengebouw. Een complete verdieping is letterlijk losgezaagd en omhooggetild om er het Cremer Museum in te vestigen. Hoog boven de wijk uit toornt het grootste Delfts blauwe kunstwerk ter wereld met beeltenissen van bekende Enschedese personen. Het kunstwerk herbergt de stadsverwarming die de wijk van warmte voorziet. Zelfs de Roombeek, het stroompje waaraan de wijk zijn naam dankt, is weer in volle glorie bovengronds gehaald.

Indrukwekkend

En zo wandel je van de ene naar de andere bezienswaardigheid. Indrukwekkend is de plaats waar de voormalige vuurwerkfabriek stond. De oude betonnen fundering is bewaard gebleven en een gedenksteen toont de namen van de omgekomen slachtoffers. Als we de Menkotoren zijn gepasseerd, een vroeger opslaggebouw met karakteristieke watertoren dat nu is ingericht met luxeappartementen, lopen we langzamerhand ’naar buiten’. Want Enschede is weliswaar een flinke stad met zo’n 160.000 inwoners, het platteland ligt vlak om de hoek.

Textielindustrie

Eerst komen we nog langs ’t Bouwhuis, een inrichting voor mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. Verderop zien we de villa’s Amelink en Stockhorst, waarna we de rondweg oversteken en het landgoed Hooge Boekel op lopen. Een fraai gebied waar landbouw en natuur elkaar afwisselen. Onderweg tussen de bosschages de historische koepel ’De Boonekamp’ en het gelijknamige landhuis. Het was tot 1979 in handen van de familie Van Heek, grondleggers van de Enschedese textielindustrie. Voordat het huis in 1925 werd betrokken, werd eerst de fraaie, geometrische tuin aangelegd. Tegenwoordig woont er een Enschedese ondernemer in het huis.

Gezellige binnenstad

Langzamerhand lopen we terug Enschede in. Het grootste deel van deze De Laares genoemde wijk bestaat uit arbeiderswoningen die in de jaren 20 van de vorige eeuw zijn gebouwd toen Enschede nog het textielcentrum van Nederland was. Het inwonertal vertienvoudigde toen, wat pas weer stagneerde toen de concurrentieslag met het veel goedkopere buitenland werd verloren. Inmiddels is men begonnen de wijk langzamerhand te renoveren. De Laares heeft leuke, goed verzorgde straatjes die leiden naar de gezellige binnenstad. Want die waren we nog vergeten. Zoals gezegd: Enschede heeft alles! [Bron: Telegraaf.nl]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten